Mijn pensioenfonds gaat beleggen met geleend geld.
Wat vinden jullie hiervan?
NSC wil deze mogelijkheid verbieden en dit lijkt mij heel terecht
Een antwoord naar “beleggen met geleend geld”
Opheffen van de leenrestrictie
Een van de mogelijkheden die de Wet toekomstpensioenen (Wtp) biedt bij solidaire pensioenregelingen (niet bij flexibele pensioenregelingen) is om met een deel van het belegde vermogen een groter beleggingsrisico te nemen. Pensioenfondsen beleggen hun hele vermogen en een gedeelte wordt met meer (aandelen) en een gedeelte met minder (vastrentende waarden) risico belegd. Ongeveer een derde van het pensioen komt uit rendement op de beleggingen, dus beleggen is een essentieel onderdeel van pensioen en dit willen we niet missen.
Een kenmerk van pensioenfondsen is dat zij een zeer groot vermogen hebben, waardoor zij hun beleggingen kunnen spreiden en over een zeer lange termijn kunnen doen. De premie die vandaag wordt ontvangen, hoeft wellicht pas over 60 of 70 jaar uitgekeerd te worden. De Wtp staat het opheffen van de leenrestrictie toe, waardoor voor jongere deelnemers tot 50% extra beleggingsrisico kan worden genomen. Er wordt echter geen geld geleend.
Fondsen beleggen hun totale pensioenvermogen collectief. Het rendement wordt verdeeld op basis van behaald rendement en het risico dat deelnemers (kunnen) lopen. Meer risico voor jongeren (hun deel is immers nog heel lang belegd) en minder risico voor ouderen (zij willen minder risico lopen). Het behaalde rendement wordt verdeeld over de deelnemers op basis van hun leeftijd. Een groter deel (positief en negatief) voor jongeren en een minder groot deel (positief en negatief) voor ouderen.
Door de leenrestrictie op te heffen, kan het fonds een groter deel van hun beleggingen met wat meer risico beleggen. Hier profiteren zowel jongeren als ouderen van. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat het opheffen van de leenrestrictie welvaartswinst kan opleveren. Maar als het enorm tegenzit, zou het zelfs in uitzonderlijke gevallen zo kunnen zijn dat een deelnemer het hele vermogen kwijt is.
Stel dat een fonds 150% blootstelling aangaat voor jonge deelnemers (meestal tot 45 jaar) en het beleggingsverlies in een jaar bedraagt 67,5% (niet voorgekomen) en de deelnemer heeft hierna geen pensioenregeling (gaat uit dienst en bouwt elders geen pensioen op).
Dit vormt een dilemma voor sociale partners. Er is een grote kans op welvaartswinst en een paar procent meer pensioen tegen een zeer kleine kans op verlies. Hoever gaat solidariteit?
In de praktijk beperken fondsen de blootstelling tot 20%.
Goede communicatie als gebruik wordt gemaakt van deze optie is dus van groot belang. Zo maar ja of nee zeggen lijkt mij geen goede optie.
Opheffen van de leenrestrictie
Een van de mogelijkheden die de Wet toekomstpensioenen (Wtp) biedt bij solidaire pensioenregelingen (niet bij flexibele pensioenregelingen) is om met een deel van het belegde vermogen een groter beleggingsrisico te nemen. Pensioenfondsen beleggen hun hele vermogen en een gedeelte wordt met meer (aandelen) en een gedeelte met minder (vastrentende waarden) risico belegd. Ongeveer een derde van het pensioen komt uit rendement op de beleggingen, dus beleggen is een essentieel onderdeel van pensioen en dit willen we niet missen.
Een kenmerk van pensioenfondsen is dat zij een zeer groot vermogen hebben, waardoor zij hun beleggingen kunnen spreiden en over een zeer lange termijn kunnen doen. De premie die vandaag wordt ontvangen, hoeft wellicht pas over 60 of 70 jaar uitgekeerd te worden. De Wtp staat het opheffen van de leenrestrictie toe, waardoor voor jongere deelnemers tot 50% extra beleggingsrisico kan worden genomen. Er wordt echter geen geld geleend.
Fondsen beleggen hun totale pensioenvermogen collectief. Het rendement wordt verdeeld op basis van behaald rendement en het risico dat deelnemers (kunnen) lopen. Meer risico voor jongeren (hun deel is immers nog heel lang belegd) en minder risico voor ouderen (zij willen minder risico lopen). Het behaalde rendement wordt verdeeld over de deelnemers op basis van hun leeftijd. Een groter deel (positief en negatief) voor jongeren en een minder groot deel (positief en negatief) voor ouderen.
Door de leenrestrictie op te heffen, kan het fonds een groter deel van hun beleggingen met wat meer risico beleggen. Hier profiteren zowel jongeren als ouderen van. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat het opheffen van de leenrestrictie welvaartswinst kan opleveren. Maar als het enorm tegenzit, zou het zelfs in uitzonderlijke gevallen zo kunnen zijn dat een deelnemer het hele vermogen kwijt is.
Stel dat een fonds 150% blootstelling aangaat voor jonge deelnemers (meestal tot 45 jaar) en het beleggingsverlies in een jaar bedraagt 67,5% (niet voorgekomen) en de deelnemer heeft hierna geen pensioenregeling (gaat uit dienst en bouwt elders geen pensioen op).
Dit vormt een dilemma voor sociale partners. Er is een grote kans op welvaartswinst en een paar procent meer pensioen tegen een zeer kleine kans op verlies. Hoever gaat solidariteit?
In de praktijk beperken fondsen de blootstelling tot 20%.
Goede communicatie als gebruik wordt gemaakt van deze optie is dus van groot belang. Zo maar ja of nee zeggen lijkt mij geen goede optie.
Gerard van der Toolen
OR-Pensioenadviseurs