Ik heb een beschikbare premieregeling pensioen met gegarandeerd kapitaal bij een pensioenverzekeraar via mijn ex-werkgever. Sinds 2008 ben ik gewezen deelnemer voor dat pensioen.
In 2019 kreeg ik een brief van de pensioenverzekeraar met de melding dat mijn ex-werkgever per 1 januari 2016 een nieuwe pensioenregeling had afgesloten bij hen (dus dezelfde verzekeraar), en dat, op basis van de bepalingen uit de uitvoeringsovereenkomst geldend tot en met 2015 (2011 t/m 2015), de winstdeling op basis van overrente stopgezet was en daarmee ook de mogelijkheid voor toekomstige verhoging.
Mijn pensioenreglement zegt echter niets over een mogelijkheid om de overrente definitief stop te zetten. Dat stelt: “De werkgever probeert jaarlijks per 1 januari toeslagen te verlenen op de partner- en wezenpensioen die zijn ingegaan voor de pensioendatum. De hoogte van de toeslag is afhankelijk van de overrente die op grond van de uitvoeringsovereenkomst (zie artikel 2) jaarlijks op dit moment beschikbaar komt. Alle aan te passen pensioenen stijgen met dezelfde percentage. De toeslagverlening uit overrente is een voorwaardelijk toeslagbeleid in de zin van de pensioenwet. Daarnaast worden de kapitalen van de (gewezen) deelnemers aan de regeling jaarlijks per 1 januari verhoogd aan de hand van de overrente die daarvoor beschikbaar komt.”.
Daarnaast heeft de verzekeraar me veel te laat geïnformeerd over het stopzetten van de toeslag, namelijk drie en een half jaar na het stopzetten.
Bovendien heeft de verzekeraar, bij de aanwending van de overrente uit 2015 op 1 januari 2016, tarieven toegepast die 40 keer hoger waren dan de tarieven in de Uitvoeringsovereenkomst 2011-2015, en waar bovendien nieuwe tariefcomponenten bij waren gekomen. De verklaring hiervoor van de verzekeraar is dat de uitvoeringsovereenkomst op 1 januari 2016, net niet meer geldig was, en dat ze daardoor nieuwe tarieven moesten definiëren.
Sinds mei 2019 ben ik bezig om duidelijkheid te krijgen met de pensioenverzekeraar over mijn situatie, en over de vraag of de pensioenverzekeraar het recht op voorwaardelijke toeslag van mij kan afnemen. Ik heb rechtsbijstand gevraagd (binnen mijn verzekering bij een rechtsbijstand verzekeraar) in april vorig jaar, maar ze hebben tot nu toe niet echt geholpen en heel moeilijk gedaan wat betreft mogelijk geschillen tegen pensioenverzekeraar.
Mijn huidige situatie is dat ik binnenkort met pensioen ga, en dat mijn situatie niet duidelijk is. Een week geleden heeft de pensioenverzekeraar eindelijk duidelijkheid gegeven dat de oude uitvoeringsovereenkomst van 2011 t/m 2015 onverminderd van toepassing blijft op mijn pensioenverzekering, en dat ik niet naar de nieuwe pensioenregeling overgedragen ben, omdat ik in januari 2016, toen de nieuwe regeling was afgesloten, al gewezen deelnemer was.
Mijn vragen zijn:
1) Kan de pensioenverzekeraar zomaar de overrente definitief stopzetten terwijl het pensioenreglement hier niets over zegt?
2) Kan de pensioenverzekeraar de overrente voor mijn pensioenregeling stopzetten, op basis van de beëindigingsbepalingen van de uitvoeringsovereenkomst 2011-2015, terwijl deze uitvoeringsovereenkomst nog onverminderd geldig is voor mijn pensioenregeling en die van de toen gewezen deelnemers, en dus niet beëindigd is voor deze pensioenregelingen?
3) Kan ik iets doen over het feit dat de pensioenverzekeraar me te laat heeft geïnformeerd over het stopzetten van de overrente (drie en een half jaar nadat de overrente stop was gezet).
4) Mag de pensioenverzekeraar tarieven gebruiken die veel hoger zijn dan de tarieven in de uitvoeringsovereenkomst 2011-2015, terwijl ze hebben gesteld dat deze uitvoeringsovereenkomst onverminderd van toepassing blijft op mijn pensioenverzekering?
5) Mag de pensioenverzekeraar me de mogelijkheid afnemen om mijn pensioenverzekering naar de nieuwe pensioenregeling te over te dragen? En mag hij een nieuwe pensioenregeling afsluiten zonder me daarover te informeren?
Beste Maria Jose.
Allereerst excuus dat wij zo laat reageren.
Dit is een heel vervelende kwestie die helaas voor heel veel werknemers geldt.
De antwoorden op de vragen zijn als volgt.
1) Verzekeraars hebben in de uitvoeringsovereenkomst (en deze maakt deel uit van de pensioenregeling tussen jou en jouw ex-werkgever) vaak opgenomen dat als de overrente negatief wordt, de overrente geheel komt te vervallen. Op dit punt zou de uitvoeringsovereenkomst opgevraagd moeten worden die toen van toepassing was;
Verzekeraars hebben zich in de regel op dit punt goed ingedekt.
2) ook hiervoor geldt antwoord 1): wat is overeengekomen in de uitvoeringsovereenkomst;
3) Het is niet redelijk dat de verzekeraar u zo laat geïnformeerd heeft. Dit lijkt ons echter geen wettelijke grond om hun standpunt te laten veranderen. Het gaat erom of zij de wijziging mochten doorvoeren en dit zal blijken uit wat in de de uitvoeringsovereenkomst is overeengekomen;
4) De pensioengarantie blijft van kracht.
Verzekeraars geven een garantie af en omdat de risicovrije rente de afgelopen jaren fors gedaald is, is € 1,00 pensioen veel duurder geworden. De garantie wordt immers afgegeven voor tientallen jaren (het pensioen is levenslang). Hierdoor is de premie (veel) meer dan 40% hoger geworden in de meeste contracten. Verzekeraars mogen hun tarieven dus aanpassen en hebben hiervan gebruik gemaakt.
Stel dat uw pensioen)premie) is berekend alsof er jaarlijks 3% rendement zou worden behaald en de daadwerkelijke rente is rond de 1% dan is er geen ruimte voor overrente (deze is negatief en de meeste pensioenuitvoerders hebben bepaald dat als de overrente enkele jaren negatief is de overrente-afspraken geheel komen te vervallen);
5) Pensioen mag worden overgedragen naar uw nieuwe pensioenregeling als dit een vergelijkbare (dus ook garantie)-regeling is. Hiervoor geldt het Wettelijke recht op waardeoverdracht. Het contract tussen de verzekeraar en uw vorige werkgever zal 5 jaar hebben gelopen en in de uitvoeringsovereenkomst is ook opgenomen wat er gebeurt met opgebouwde pensioenen na einde contract. Er is in de uitvoeringsovereenkomst ook afgesproken wat er gebeurt als het contract wordt verlengd (nieuwe condities) en als er geen nieuw contract wordt afgesloten (waarschijnlijk: premievrijmaking van alle regelingen en geen overrente meer als deze negatief wordt).
De positie van ex-werknemers op gebied van voorwaardelijke indexaties is slecht. Werkgevers hebben hier zeker steken laten vallen, immers als je “probeert om te indexeren” betekend dit in onze ogen dat je er ook iets voor moet doen. Niet lijdzaam afwachten, immers het is al jaren bekend dat de rente aan het dalen is en er hierdoor minder of geen overrente beschikbaar komt. Een dunne lijn ligt naar de ex-werknemers. Werknemers gaan (al-dan-niet) akkoord met een nieuwe pensioenregeling (inclusief het stoppen van overrente en dus indexaties), maar ex-werknemers zitten opgescheept met de in de uitvoeringsovereenkomst opgenomen bepalingen en deze zijn meestal eenzijdig en dus gunstig voor de verzekeraar opgesteld.
Met genoegen zullen wij de uitvoeringsovereenkomst beoordelen als u deze hebt ontvangen van uw ex-werkgever.
Hartelijke groet,
Gerard van der Toolen
OR-Pensioenadviseurs.
Beste Maria Jose,
Veel werknemers worden geconfronteerd met het feit dat de verzekeraar stopt met het geven van winstdeling, zodat er niet meer geïndexeerd kan worden. Verzekeraars hebben dit voor henzelf goed geregeld. De OR van DAS Rechtsbijstand ging hiervoor naar de rechter, omdat ook de werkgever een inspanningsverplichting heeft, hetgeen onderstaande uitspraak opleverde. De werkgever gaat dus nog wel jaarlijks extra stortingen doen.
https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBAMS:2021:6352
Vriendelijke groet
Gerard van der Toolen
OR-Pensioenadviseurs
Beste Marie Jose,
Er zijn weer twee uitspraken gedaan waar je mogelijk iets aan hebt.
Allereerst is het verboden om een pensioenregeling met onvoorwaardelijke toeslagen te veranderen https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBDHA:2021:12948 en tevens is uitspraak gedaan in de langlopende kwestie Euronext ECLI:NL:PHR:2021:1042
Hartelijke groet
OR-Pensioenadviseurs
Gerard van der Toolen
Beste heer van der Toolen,
Bedankt voor de informatie.
Ik had niet eerder gereageerd op uw berichten omdat ik sinds afgelopen lente mijn pensioenkwestie geparkeerd heb. Voornamelijk door de conflicten met de rechtsbijstandsverzekeraar die de verzekeringsvoorwaarden niet is nagekomen. Dit heeft me veel tijd heeft gekost en mijn aandacht afgeleid van de pensioenkwestie. Inmiddels heb ik ook mijn rechtsbijstandverzekering afgezegd.
De zaak over het verbod om een onvoorwaardelijke toeslag te veranderen in een voorwaardelijke toeslag, zoals in uw laatste bericht vermeld, activeert mijn gedachten echter. Zou het kunnen dat mijn toeslag, zoals vóór 2008 gedefinieerd in mijn pensioenreglement, een onvoorwaardelijk toeslag of pensioenaanspraak betrof?
Mijn pensioenreglement van 2006 en 2004 stelt:
“Na beëindiging van het deelnemerschap zal het verzekerde kapitaal waarop de gewezen deelnemer recht behoudt, jaarlijks worden verhoogd conform het in artikel 20 bepaalde.
Artikel 20: Jaarlijks op 1 januari zullen de kapitalen en de ingegane nabestaanden- en wezenpensioenen worden verhoogd door aanwending van de overrente die krachtens de verzekeringsovereenkomst met de pensioenuitvoerder, gesloten ter uitvoering van de onderhavige pensioenregeling, daarvoor beschikbaar komt. De verhoging van de kapitalen en de pensioenen vindt plaats naar evenredigheid van de op de verhogingsdatum – op basis van alle voor de verzekering betaalde premies – opgebouwde kapitalen respectievelijk pensioenen. Onder de betaalde premies wordt mede begrepen de op grond van het onderhavige artikel ter verhoging van de kapitalen en pensioenen aangewende overrente.”.
In het pensioenreglement van 2008 is de tekst echter veranderd al volgt:
“De werkgever probeert jaarlijks per 1 januari toeslagen te verlenen op de partner- en wezenpensioen die zijn ingegaan voor de pensioendatum. De hoogte van de toeslag is afhankelijk van de overrente die op grond van de uitvoeringsovereenkomst (zie artikel 2) jaarlijks op dit moment beschikbaar komt. Alle aan te passen pensioenen stijgen met het zelfde percentage. De toeslagverlening uit overrente is een voorwaardelijk toeslagbeleid in de zin van de pensioenwet.
Daarnaast worden de kapitalen van de (gewezen) deelnemers aan de regeling jaarlijks per 1 januari verhoogd aan de hand van de overrente die daarvoor beschikbaar komt.”.
De voorwaardelijkheid claim is dus toegevoegd in 2008. Uit het pensioenreglement van 2006 en 2004 zou ik nooit kunnen hebben afgeleid dat de verhoging van mijn pensioenkapitaal voorwaardelijk was en definitief stopgezet kon worden.
Mijn vragen zijn:
1. Is het dus mogelijk dat de toeslag op basis van de tekst in het pensioenreglement van 2006 als onvoorwaardelijk kan worden geacht? Als dit zo is, zou een wijziging dan plaats hebben gevonden van onvoorwaardelijk naar voorwaardelijk, wat tegenstrijdig is met Art 20 Pw.
2. En is er sprake van toeslag? Volgens Art 1 Pw mag een toeslag niet voortvloeien uit rente- of winstdeling (bij een kapitaalovereenkomst) of uit behaald beleggingsrendement (bij een premieovereenkomst). En indien er geen sprake van toeslag zou zijn, hoe moeten we dan de jaarlijkse verhoging van het kapitaal noemen? En waarom wordt deze verhoging wel toeslag genoemd in het pensioenreglement van 2008? En kan dan deze jaarlijkse verhoging van het kapitaal, zoals beschreven in 2006, geacht worden als een pensioenaanspraak?
3. Volgens de beëindigingsbepalingen in de uitvoeringsovereenkomst van 2011 (de laatste UO die van toepassing is op mijn regeling) kan het recht van de verzekeringsnemer op overrentedeling vervallen onder bepaalde voorwaarden gerelateerd aan de marktwaarde van de beleggingen. Deze uitvoeringsovereenkomst is echter gekoppeld aan het pensioenreglement uit 2008. Ik heb geen eerdere uitvoeringsovereenkomsten in mijn bezit, dus ook niet diegenen die bij het pensioenreglement uit 2006 of eerdere pensioenreglementen hoorden. In het geval dat er sprake zou kunnen zijn van een wijziging in het toeslagbeleid in 2008 (van onvoorwaardelijk naar voorwaardelijk), en / of dat eerdere uitvoeringsovereenkomsten geen bepalingen zouden bevatten over het vervallen van de overrente, zou ik dan kunnen stellen dat de winstdeling op basis van overrente onterecht stop is gezet?
Ik kijk uit naar uw reactie.
Met vriendelijke groet,
Maria Jose
Beste Marie Jose,
Ik weet zo 1,2,3 niet het antwoord op al jouw vragen en zal een bevriende pensioenadvocaat vragen hoe hij er naar kijkt. Ik kom er snel bij je op terug.
Hartelijke groet
Gerard
Beste Maria Jose,
Bedankt voor je aanvullende informatie en vragen. Hierna tref je een antwoord daarop aan. Ik heb hierbij overigens mede de hulp ingeschakeld van pensioenadvocaat mr. J. (Jim) Kaldenberg verbonden aan Delissen Martens advocaten te Den Haag. Wij hebben samen naar de door u gestelde vragen gekeken en op basis van de door u verstrekte informatie leidt dat tot de volgende antwoorden.
1. Is het dus mogelijk dat de toeslag op basis van de tekst in het pensioenreglement van 2006 als onvoorwaardelijk kan worden geacht? Als dit zo is, zou een wijziging dan plaats hebben gevonden van onvoorwaardelijk naar voorwaardelijk, wat tegenstrijdig is met Art 20 Pw.
In het pensioenreglement is gemeld “de overrente die krachtens de verzekeringsovereenkomst met de pensioenuitvoerder, gesloten ter uitvoering van de onderhavige pensioenregeling, daarvoor beschikbaar komt”. De voorwaarde voor indexaties is dat er overrente moet zijn. Dit maakt de indexatieregeling in onze optiek tot een voorwaardelijke. Immers, geen overrente brengt mee dat er niet geïndexeerd wordt.
2. En is er sprake van toeslag? Volgens Art 1 Pw mag een toeslag niet voortvloeien uit rente- of winstdeling (bij een kapitaalovereenkomst) of uit behaald beleggingsrendement (bij een premieovereenkomst). En indien er geen sprake van toeslag zou zijn, hoe moeten we dan de jaarlijkse verhoging van het kapitaal noemen? En waarom wordt deze verhoging wel toeslag genoemd in het pensioenreglement van 2008? En kan dan deze jaarlijkse verhoging van het kapitaal, zoals beschreven in 2006, geacht worden als een pensioenaanspraak?
De regeling kwalificeert wat ons betreft zeker als een toeslag in de zin van art. 1 Pensioenwet. Op grond van de wetsgeschiedenis wordt onder een toeslag namelijk wel verstaan een collectieve verhoging die gefinancierd wordt uit overrente op de collectief belegde gelden. Wat er niet onder valt dat zijn individuele verhogingen van de aanspraak op een kapitaal door middel van rente- of winstdeling.
Het betreft hier een (voorwaardelijk) collectieve toeslagregeling dus valt er zeker onder.
3. Volgens de beëindigingsbepalingen in de uitvoeringsovereenkomst van 2011 (de laatste UO die van toepassing is op mijn regeling) kan het recht van de verzekeringsnemer op overrentedeling vervallen onder bepaalde voorwaarden gerelateerd aan de marktwaarde van de beleggingen. Deze uitvoeringsovereenkomst is echter gekoppeld aan het pensioenreglement uit 2008. Ik heb geen eerdere uitvoeringsovereenkomsten in mijn bezit, dus ook niet diegenen die bij het pensioenreglement uit 2006 of eerdere pensioenreglementen hoorden. In het geval dat er sprake zou kunnen zijn van een wijziging in het toeslagbeleid in 2008 (van onvoorwaardelijk naar voorwaardelijk), en / of dat eerdere uitvoeringsovereenkomsten geen bepalingen zouden bevatten over het vervallen van de overrente, zou ik dan kunnen stellen dat de winstdeling op basis van overrente onterecht stop is gezet?
Er is in onze optiek geen sprake van een onvoorwaardelijke toeslag, dus is wijziging als vertrekpunt mogelijk. Het begint met de pensioenovereenkomst. De inhoud daarvan is hier waarschijnlijk (nagenoeg) volledig geregeld in het pensioenreglement. Dat reglement hield aanvankelijk een voorwaardelijke toeslagregeling in (2004 en 2006) en dat reglement is klaarblijkelijk in 2008 gewijzigd en aan dat gewijzigde reglement zal dienovereenkomstig uitvoering zijn gegeven. De vraag ligt dan voor of sprake is geweest van (stilzwijgende) instemming met het gewijzigde pensioenreglement waaraan tevens – in het kader van de onderbrengingsplicht – uitvoering is gegeven in een nieuwe uitvoeringsovereenkomst met een ietwat anders ingevulde voorwaardelijke toeslagregeling. Wat eenvoudiger gezegd is de vraag of u (welbewust) hebt ingestemd met de wijziging van het pensioenreglement.
Misschien dat er nog wel betoogd zou kunnen worden dat er geen sprake is geweest van (welbewuste) instemming met een wijziging van het pensioenreglement (en daarin neergelegen toeslagregeling). Als je die horde al hebt genomen, is echter de vraag of dat wat gaat opleveren. Wij denken dat dit niet het geval is, want voorwaardelijk blijft voorwaardelijk. Als er geen overrente meer is (wat in veel contracten heden ten dage zo is) dan kan dat een redelijke aanleiding zijn volgens de rechtspraak om de regeling te beëindigen.
Wij hopen hiermee een duidelijk antwoord te hebben gegeven op de door u gestelde vragen.
Met vriendelijke groet,
Gerard van der Toolen
OR-Pensioenadviseurs
Beste heer van der Toolen,
Hartelijk dank voor uw tijd en voor het inschakelen van de pensioenadvocaat !
Uw antwoorden zijn helemaal duidelijk voor mij en ik ben daar helemaal tevreden mee.
Ik wil wel zeggen dat ik niet ingestemd heb met de wijziging van het pensioenreglement. Sterker nog: ik heb het in 2011 gewijzigde pensioenreglement in december 2019 gekregen, nadat ik daar expliciet om had gevraagd, naar aanleiding van de melding over het stopzetten van de overrente. De procedure is dus m.i. niet correct uitgevoerd. De overrente is er inderdaad niet meer, omdat het beleggingsdepot was beëindigd met de beëindiging van de uitvoeringsovereenkomst in 2016. Omdat de beleggingen toen werden verkocht kon er nooit meer sprake zijn van toekomstige overrente uit de beleggingen. Tot 2016 hadden de aandelen wel substantiële overrente opgeleverd. Ik ben dus niet blij met de situatie. Uw antwoorden hebben me echter volledige duidelijkheid gegeven over de situatie en mijn kansen daarin. Bedankt daarvoor.
Met vriendelijke groet,
Maria Briales
Graag gedaan Maria, mede namens Jim Kaldenberg.
Groet
Gerard van der Toolen
OR-Pensioenadviseurs